Dutch Word: Italië
English Meaning: Italy
Example Sentences:
Op hun huwelijksreis vlogen ze naar Italië.
On their honeymoon they flew to Italy.
[Show Details]
Ik zou deze ansichtkaart naar Italië willen sturen.
I would like to send this postcard to Italy.
[Show Details]
Als ik tijd heb reis ik graag naar Italië.
When I have time I enjoy travelling to Italy.
[Show Details]
De piano werd in 1709 in Italië uitgevonden.
The piano was invented in 1709 in Italy.
[Show Details]
Milaan is een van de rijkste steden in Italië.
Milan is one of the richest cities in Italy.
[Show Details]
Als ik in Italië ben eet ik veel watermeloenen.
When I'm in Italy I eat a lot of watermelons.
[Show Details]
English Meaning: Italy
Example Sentences:
Op hun huwelijksreis vlogen ze naar Italië.
On their honeymoon they flew to Italy.
[Show Details]
Ik zou deze ansichtkaart naar Italië willen sturen.
I would like to send this postcard to Italy.
[Show Details]
Als ik tijd heb reis ik graag naar Italië.
When I have time I enjoy travelling to Italy.
[Show Details]
De piano werd in 1709 in Italië uitgevonden.
The piano was invented in 1709 in Italy.
[Show Details]
Milaan is een van de rijkste steden in Italië.
Milan is one of the richest cities in Italy.
[Show Details]
Als ik in Italië ben eet ik veel watermeloenen.
When I'm in Italy I eat a lot of watermelons.
[Show Details]
|
Learn Dutch and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises. Click here to Sign Up Free!Or sign up via Facebook/Google with one click: 
Watch a short Intro by a real user! |
© 2024 Antosch & Lin Languages
Privacy Policy & Terms of Service