Dutch Word: de wiskunde
English Meaning: mathematics
Example Sentences:
Hij is meer geïnteresseerd in wiskunde dan in natuurkunde.
He is more interested in mathematics than physics.
[Show Details]
In plaats van wiskunde te leren surft hij liever op het internet.
Instead of learning math he prefers to surf the Internet.
[Show Details]
Als je niet meer studeert, zul je het wiskunde-examen niet halen.
If you do not study more, you will not pass your maths exam.
[Show Details]
Hij geeft wiskundeles op de plaatselijke school.
He teaches maths at the local school.
[Show Details]
Toen ik zestien was, was ik smoorverliefd op mijn wiskundeleraar.
When I was 16, I was madly in love with my maths teacher.
[Show Details]
English Meaning: mathematics
Example Sentences:
Hij is meer geïnteresseerd in wiskunde dan in natuurkunde.
He is more interested in mathematics than physics.
[Show Details]
In plaats van wiskunde te leren surft hij liever op het internet.
Instead of learning math he prefers to surf the Internet.
[Show Details]
Als je niet meer studeert, zul je het wiskunde-examen niet halen.
If you do not study more, you will not pass your maths exam.
[Show Details]
Hij geeft wiskundeles op de plaatselijke school.
He teaches maths at the local school.
[Show Details]
Toen ik zestien was, was ik smoorverliefd op mijn wiskundeleraar.
When I was 16, I was madly in love with my maths teacher.
[Show Details]
|
Learn Dutch and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises. Click here to Sign Up Free!Or sign up via Facebook/Google with one click: 
Watch a short Intro by a real user! |
© 2024 Antosch & Lin Languages
Privacy Policy & Terms of Service