Do you believe in God? Geloof je in God? Show Details She never forgave him. Ze heeft hem nooit vergeven. Show Details Africa is a continent. Afrika is een continent. Show Details How was work, darling? Hoe was het op je werk, schat? Show Details Do you still love him? Houd je nog van hem? Show Details You are so nice to me! Je bent zo aardig tegen me! Show Details She's seven years old. Ze is zeven jaar oud. Show Details I graduated last year. Ik heb vorig jaar eindexamen gedaan. Show Details You are such a coward! Wat ben je een lafaard! Show Details Did you lock the door? Heb je de deur op slot gedaan? Show Details Are you working today? Moet je vandaag werken? Show Details Is this 100% accurate? Is dit 100% nauwkeurig? Show Details Call the fire brigade! Bel de brandweer! Show Details Can I buy you a drink? Wil je een drankje? Show Details He is a brave soldier. Hij is een moedige soldaat. Show Details The panda eats bamboo. De panda eet bamboe. Show Details The birds are singing. De vogels zijn aan het zingen. Show Details We fear for our lives. Wij vrezen voor ons leven. Show Details I don't drink alcohol. Ik drink geen alcohol. Show Details I'm going to help you. Ik ga je helpen. Show Details I don't need any help. Ik heb geen enkele hulp nodig. Show Details Please take your time. Neem alsjeblieft de tijd. Show Details Are you scared of him? Ben je bang voor hem? Show Details I heard what you said. Ik hoorde wat je zei. Show Details I forgot her birthday. Ik vergat haar verjaardag. Show Details The decision is final. De beslissing is definitief. Show Details Can she speak English? Spreekt ze Engels? Show Details When did you get here? Wanneer ben je aangekomen? Show Details I'm her father-in-law. Ik ben haar schoonvader. Show Details He lied to the police. Hij heeft tegen de politie gelogen. Show Details Close the door please. Sluit de deur alstublieft. Show Details Can I take your photo? Mag ik een foto van je maken? Show Details Please don't touch me! Raak me alsjeblieft niet aan! Show Details Thank God it's Friday! Godzijdank is het vrijdag! Show Details That is too expensive. Dat is te duur. Show Details I get up at 7 o'clock. Ik sta om 7 uur op. Show Details I play the piano well. Ik kan goed pianospelen. Show Details May I have some water? Mag ik wat water? Show Details What's your shoe size? Wat is je schoenmaat? Show Details The grass is very dry. Het gras is erg droog. Show Details What should we do now? Wat moeten we nu doen? Show Details The bus stop is there. Daar is de bushalte. Show Details I got stung by a wasp. Ik ben gestoken door een wesp. Show Details The wine is excellent! De wijn is uitstekend! Show Details The bird built a nest. De vogel bouwde een nest. Show Details Ireland is a republic. Ierland is een republiek. Show Details Are these seats taken? Zijn deze stoelen bezet? Show Details Together we can do it. Samen zal het ons lukken. Show Details What do you recommend? Wat kunt u aanbevelen? Show Details What is on sale today? Wat is er vandaag in de uitverkoop? Show Details He likes to do sports. Hij houdt van sporten. Show Details I have a gift for you! Ik heb een kadootje voor je! Show Details How much does it cost? Hoeveel kost het? Show Details I don't have children. Ik heb geen kinderen. Show Details Can I leave a message? Kan ik een bericht achterlaten? Show Details When is your birthday? Wanneer ben je jarig? Show Details How do you spell that? Hoe spel je dat? Show Details I'll love you forever! Ik hou voor altijd van je! Show Details He is a dangerous man. Hij is een gevaarlijk man. Show Details Soon I'll get a raise. Ik krijg binnenkort opslag. Show Details What can I do for you? Wat kan ik voor je doen? Show Details Did you like the food? Hoe vond je het eten? Show Details How long does it take? Hoe lang duurt het? Show Details Please leave me alone. Laat me alsjeblieft met rust. Show Details Where did you grow up? Waar ben je opgegroeid? Show Details The toilet is clogged. De wc is verstopt. Show Details I'll be there for you. Ik ben er voor je. Show Details I never expected this. Dit verwachtte ik nooit. Show Details My brother is married. Mijn broer is getrouwd. Show Details This car is very fast. Deze auto is erg snel. Show Details You are overreacting! Je reageert overdreven! Show Details Karl is cooking dinner. Karl is eten aan het koken. Show Details I'm going home today. Ik ga vandaag naar huis. Show Details We have several pets. We hebben meerdere huisdieren. Show Details I want a full refund. Ik wil al mijn geld terug. Show Details That is Jack's house. Dat is het huis van Jack. Show Details The plan didn't work. Het plan werkte niet. Show Details He is a decent bloke. Hij is een aardige vent. Show Details It will be dark soon. Het wordt zo donker. Show Details She worries too much. Ze maakt zich teveel zorgen. Show Details It is very hot today. Het is erg heet vandaag. Show Details Please don't hurt me. Doe me geen pijn. Show Details She is a pretty girl. Ze is een mooi meisje. Show Details The soul is immortal. De ziel is onsterfelijk. Show Details Get out of the water! Kom het water uit! Show Details I admire your skills. Ik bewonder jouw vaardigheden. Show Details He ran up the stairs. Hij rende de trap op. Show Details Can I have a biscuit? Mag ik een koekje? Show Details Try to stay positive! Probeer positief te blijven! Show Details Can I extend my stay? Kan ik mijn verblijf verlengen? Show Details Madrid is a big city. Madrid is een grote stad. Show Details Please open the door. Wil je de deur open doen? Show Details Why are you so upset? Waarom ben je zo boos? Show Details I think you're funny. Ik vind je grappig. Show Details Can you ride a horse? Kun je paardrijden? Show Details He is in severe pain. Hij heeft erge pijn. Show Details The water is boiling. Het water kookt. Show Details I need to buy a suit. Ik moet een kostuum kopen. Show Details When should we leave? Wanneer zullen we gaan? Show Details Can I have a receipt? Mag ik een kwitantie? Show Details |