Dutch Word: het vliegtuig
Plural: vliegtuigen
English Meaning: airplane

Word Forms: vliegtuigje

Example Sentences:

Het vliegtuig maakte een noodlanding.
The plane made an emergency landing.
[Show Details]
Het vliegtuig steeg een half uur te laat op.
The plane took off half an hour late.
[Show Details]
Het vliegtuig vertrekt over 30 minuten naar New York.
The plane leaves for New York in 30 minutes.
[Show Details]
De luchtvaartmaatschappij heeft meer dan zeventig vliegtuigen.
The airline has more than seventy airplanes.
[Show Details]
Voordat het vliegtuig opsteeg moest de startbaan sneeuwvrij worden gemaakt.
Before the plane took off the runway had to be cleared of snow.
[Show Details]
De enige die het vliegtuigongeluk overleefde, was een Nederlandse jongen.
The sole survivor of the airplane crash was a Dutch boy.
[Show Details]
Het vliegtuig landde veilig.
The airplane landed safely.
[Show Details]

Related Words:

vliegen

to fly

[Show Details]


Learn Dutch and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises.

Click here to Sign Up Free!

Or sign up via Google with one click:

Log in with Google

Watch a short Intro by a real user!