Dutch Word: rijden
English Meaning: 1. to drive 2. to ride
Word Forms: gereden, reden, reed, rijd, rijdend, rijdt
Example Sentences:
Je rijdt te hard!
You drive too fast!
[Show Details]
Je kunt beter in een lagere versnelling rijden als je bergaf gaat.
It is better to drive in a lower gear when going downhill.
[Show Details]
Ik heb in Tunesië op een kameel gereden.
I rode a camel in Tunisia.
[Show Details]
Kort nadat ik ontbeten had, reed ik naar de stad.
I had breakfast, and shortly afterwards I drove into town.
[Show Details]
Je kunt ezeltje rijden op het strand.
You can ride a donkey on the beach.
[Show Details]
Wil je alsjeblieft wat langzamer rijden?
Please drive more slowly!
[Show Details]
Wat voor auto rijd jij?
What kind of car do you drive?
[Show Details]
English Meaning: 1. to drive 2. to ride
Word Forms: gereden, reden, reed, rijd, rijdend, rijdt
Example Sentences:
Je rijdt te hard!
You drive too fast!
[Show Details]
Je kunt beter in een lagere versnelling rijden als je bergaf gaat.
It is better to drive in a lower gear when going downhill.
[Show Details]
Ik heb in Tunesië op een kameel gereden.
I rode a camel in Tunisia.
[Show Details]
Kort nadat ik ontbeten had, reed ik naar de stad.
I had breakfast, and shortly afterwards I drove into town.
[Show Details]
Je kunt ezeltje rijden op het strand.
You can ride a donkey on the beach.
[Show Details]
Wil je alsjeblieft wat langzamer rijden?
Please drive more slowly!
[Show Details]
Wat voor auto rijd jij?
What kind of car do you drive?
[Show Details]
|
Learn Dutch and other languages online with our audio flashcard system and various exercises, such as multiple choice tests, writing exercises, games and listening exercises. Click here to Sign Up Free!Or sign up via Facebook/Google with one click: 
Watch a short Intro by a real user! |
© 2024 Antosch & Lin Languages
Privacy Policy & Terms of Service