het medicijn (Pl: medicijnen) medicine Show Details ervan 1. it 2. of Show Details bekritiseren to criticise Show Details openbaar public Show Details buiten zetten to take out Show Details de vuilnis (Pl: -) rubbish Show Details het internet Internet Show Details de informatie (Pl: informaties) information Show Details verdubbelen to double Show Details de winst (Pl: winsten) profit, gains Show Details vliegtuigramp (Pl: vliegtuigrampen) airplane crash Show Details de overlevende (Pl: overlevenden) survivor Show Details herinneren to remember Show Details de pizza (Pl: pizza's) pizza Show Details de euro (Pl: euro's) euro Show Details de kaartverkoper (Pl: kaartverkopers) ticket seller Show Details het kaartje (Pl: kaartjes) 1. ticket 2. postcard Show Details het telefoonnummer (Pl: telefoonnummers) telephone number Show Details de thee tea Show Details boeken to book Show Details de reis (Pl: reizen) trip Show Details de hand (Pl: handen) hand Show Details wassen to wash Show Details de pagina (Pl: pagina's) page Show Details oversteken to cross (the street) Show Details rechts right Show Details links left (opposite of right) Show Details de vakantie (Pl: vakanties) holiday, vacation Show Details augustus August Show Details de politiek (Pl: politieken) politics Show Details het centrum (Pl: centrums) centre Show Details de kaart (Pl: kaarten) 1. map 2. postcard 3. menu 4. card Show Details de straat (Pl: straten) street Show Details vers fresh Show Details vers fresh Show Details het brood (Pl: broden) bread Show Details maart March Show Details de lente (Pl: lentes) spring (season) Show Details vloeiend fluent Show Details de maand (Pl: maanden) month Show Details |
